Getij
Op een eiland leef je met de getijden.
Het getij wordt op een locatie bepaald door veel factoren, zoals:
- de afstand van de locatie tot de evenaar,
- de waterdiepte,
- de aanwezigheid en vorm van landmassa's.
Door deze factoren vertoont het getij van plaats tot plaats grote verschillen. De getijvormen worden grofweg onderverdeeld in dubbeldaags getij, enkeldaags getij, en gemengd getij. De waterstand die daadwerkelijk optreedt, wordt niet alleen bepaald door het getij. Ook de weersomstandigheden hebben hier invloed op zoals; de luchtdruk en de wind.
De periode van het stijgen van het water heet vloed of opkomend tij. Het dalen van het water noemen we eb of afgaand tij. De maximale waterhoogte heet hoogwater of hoogtij, de minimale hoogte laagwater of laagtij. Wanneer de getijkrachten van zon en maan dezelfde richting hebben en zo elkaar versterken, is het verschil van het getij het grootst; dit wordt springtij genoemd. Wanneer de genoemde getijkrachten haaks op elkaar staan en elkaar verzwakken, is het verschil tussen hoogwater en laagwater het kleinst, en wordt van doodtij gesproken.
Nieuwsgierig naar de waterstanden op Vlieland? Download bijvoorbeeld de app - Het Getij – of haal een overzicht bij VVV Vlieland.