VVV Vlieland
Menu
Suchen & Buchen Ferienhäuser und Wohnungen

Wählen Sie die Daten oder ansehen Sie Alle Unterkunften

‘Panorama Germ in de vuurtoren’

Interview Germ Veenstra, vuurtorenpachter.

Op zijn elfde verhuisde Germ Veenstra van Leeuwarden naar Vlieland. Het heeft zijn leven bepaald: “Aan de wal was ik misschien wel een grijze muis geworden. Hier kreeg ik de ruimte en vrijheid om te leven.”

‘Panorama Germ in de vuurtoren’

Al dertig jaar is Germ Veenstra in de vuurtoren van Vlieland te vinden. Eerst als vuurtorenwachter, later als vuurtorenpachter: “Toen de vuurtoren nog in gebruik was als vuurtoren zat je hier zes uur te wachten. Voor niks. De radar van Terschelling dekte ons gebied toen al. Vanaf 1990 is de vuurtoren niet meer in gebruik en sindsdien pacht ik de toren om hem open te stellen voor publiek. Maar hij brandt nog steeds, als een soort reservebaken voor het geval het radarsysteem uit zou vallen. Maar ook omdat het zo’n karakteristiek ding voor het eiland is. Het zou gek zijn als de lamp niet meer zou branden.”

Ieder jaar beklimmen duizenden bezoekers graag de toren, bovenop het Vuurboetsduin net buiten het dorp. Germ snapt wel waarom: Weet je, je hebt de Panorama Mesdag. Maar dit hier is de Panorama Germ. Het is hier zo mooi, je ziet echt alles. Met helder weer kijk je zo veertig of vijftig kilometer ver, dan zie je niet alleen Texel en Terschelling, maar ook de Friese en Noord-Hollandse kust.”

“Mijn vader was chauffeur. Toen hij door een medische misser invalide raakte, verhuisden we met het gezin van Leeuwarden naar Vlieland. Mijn ouders begonnen hier pension Duin en Dal, dat was in 1964. Twee van mijn broers waren zeevaarder en dat vond mijn moeder vreselijk. Ik wilde dat eigenlijk ook, maar als jongste mocht ik niet. In die tijd luisterde je nog naar je ouders. Ik ben de bouw ingegaan en daarna heb ik met mijn vrouw veertig jaar lang het schoolreisverblijf hier op Vlieland gerund. Vier jaar geleden ben ik daar met pensioen gegaan.”

“Het water ben ik toch opgegaan, want ik heb twintig jaar bij de Redding Maatschappij, de KNRM, vrijwilligerswerk gedaan. Ik was er schipper op de kleine reddingsboot. Daar heb ik mijn rugklachten aan overgehouden, want je moet altijd naar plaatsen waar een ander graag weg wil. Dat zijn niet altijd de meest ideale omstandigheden. Ik zocht ook graag de grenzen op, deed heftige oefenvaarten, ik wilde weten wat die boot aankon. Verder heb ik zeventien jaar in de gemeenteraad gezeten, vijftien jaar bij de brandweer en zes jaar bij de ambulance. Je moet het met elkaar doen hier en iedereen zet zijn talenten in. We zijn sociaal en staan altijd klaar voor anderen. Het is hier een prachtleven. Op zo’n eiland moet In juli en augustus is de vuurtoren op woensdagen open tot na zonsondergang. Het uitzicht is dan betoverend mooi. Germ is al dertig jaar verknocht aan ‘zijn’ vuurtoren. 



“De wal? Nee, daar kom ik liever niet. Noodgedwongen moet ik er ieder jaar een keer of vier naartoe, maar ik ben altijd blij als ik weer terug ben. Ik blijf ook
nooit slapen daar, ik word er chagrijnig. Het voelt er zo gejaagd. Ik denk dan altijd: ‘Mensen, doe toch een beetje rustig aan. Een haas en een slak vieren op dezelfde dag oud en nieuw, dus wat zal je je druk maken?’

Soms nemen mensen die drukte en stress nog een beetje met zich mee naar het eiland. Er was hier een keer een man die bij zonsondergang een foto wilde maken vanaf de vuurtoren. Geen probleem natuurlijk. Het was een prachtige avond, alles strakblauw. Die man zat al een tijdje te wachten tot de zon onder zou gaan en had een perfect plaatje in zijn hoofd. En wat gebeurt er? Precies op het moment dat de zon de zee raakt, vaart er een boot door de zon heen. Zijn plaatje zag er dus een beetje anders uit. Gaat die man helemaal uit zijn plaat, woest was ie. Dan denk ik: ‘Joh, wat maakt dat nou uit?’”

“Het weer zie je hier al van verre aankomen, iedere verandering neem je waar. Maar soms word je ook overvallen, hoor. Door onweer bijvoorbeeld. Begin jaren negentig was ik hier op de toren. Normaal zorg ik dat ik hier niet ben als er onweer is. Maar het kwam snel opzetten, ik zag het aankomen vanaf Den Helder. Het was prachtig. Wat een kleuren en van die mooie lange bliksemflitsen. Het kwam razendsnel dichterbij en opeens.. een knal en een flits, dat was niet normaal meer. Mijn hele lijf tintelde, mijn haar stond recht overeind. Als je hartpatiënt was geweest, had je het niet overleefd. De bliksem was in de toren geslagen. Ongelofelijk wat een geweld, dat kun je je niet voorstellen. Wat ik gelukkig wist is dat je dan binnen moet blijven en een half uur de toren niet uit moet gaan, de elektriciteit moet er eerst uit. Dat heb ik dus maar gedaan en daarna kon ik er veilig uit.”

“Zelf geniet ik enorm van Kroon’s Polders, die zijn natuurlijk fantastisch. Maar weet je wat ik echt geweldig vind? Een goeie noordwesterstorm, daar word ik blij van. Ieder seizoen heeft zijn kwaliteiten, maar de herfst is het mooiste jaargetijde met het blad dat verkleurt, het landschap dat verandert. En dan een storm, de kracht van die elementen. Spectaculair.”

“Ondertussen heb ik natuurlijk plakboeken vol herinneringen en mooie verhalen. Het verhaal dat ik vaak aan groepen vertel gaat over de rivaliteit tussen Vlieland en Terschelling. Dat is ontstaan met de oude veerdienst van voor 1962. Vlielanders moesten op de veerdienst van Terschelling mee. Hier bij de geul kwam dan een klein bootje om de Vlielanders van de veerdienst te halen en naar Vlie te brengen. De Terschellingers probeerden Vlielanders een Calimero-complex aan te praten en die rivaliteit is nooit over gegaan. Terschelling, dat noemen we gekscherend het foute eiland.”

Germ zelf eens ontmoeten en zijn verhalen horen? Dat kan. De vuurtoren staat op het Vuurboetsduin, net buiten het dorp. Vanaf 1 april is de vuurtoren iedere dag open en in de maanden juli en augustus soms ook in de avond. In de winter vind je Germ er drie dagen per week.

Overigens is de vuurtoren ook als trouwlokatie erg populair!

Interview VVV Vlieland gids 2018