VVV Vlieland
Menu
Suchen & Buchen Ferienhäuser und Wohnungen

Wählen Sie die Daten oder ansehen Sie Alle Unterkunften

Vlieland

Parel van UNESCO Werelderfgoed Waddenzee

Je staat er niet altijd bij stil, maar Vlieland ligt in een uitzonderlijk gebied: UNESCO Werelderfgoed Waddenzee. Dat is de hoogst mogelijke onderscheiding voor een natuurgebied en het betekent dat het een van de meest bijzondere plekken op aarde is. Het waddengebied is de laatste echte wildernis van Nederland en elke keer dat je er komt, is het weer anders.

09-05-2022

Vlieland

Als je met hoog water naar Vlieland vaart, lijkt het een gewone zee. Maar vanuit de Noordzee stroomt tweemaal per dag een grote hoeveelheid water de Waddenzee in en neemt voedingsstoffen, zand en slikdeeltjes met zich mee. Bij het volgende tij, ruim zes uren later, trekt het water zich weer terug en vooral dan, bij laag water, laat de bodem van de zee zich zien; het Wad.

Een deel valt droog, waarmee kleine en grote geulen, slikvelden en zandplaten zichtbaar worden en er allerlei dieren tevoorschijn komen. Waar de zee niet droogvalt, kan het een aantal meters, maar ook slechts een paar decimeters diep zijn. De veerboot zou buiten de betonning onherroepelijk vastlopen.

Uitzonderlijke universele waarde

UNESCO vindt het gebied zo bijzonder, dat het in 2009 de Waddenzee uitriep tot Werelderfgoed. Dat houdt in dat het van uitzonderlijke universele waarde is en dat bescherming van het grootste belang is voor de internationale gemeenschap. Die uitzonderlijke waarde van de Waddenzee zit hem in drie dingen. Ten eerste is de Waddenzee, inclusief de Duitse en Deense wadden, het grootste getijdengebied ter wereld, waar natuurlijke processen ongestoord kunnen verlopen door het hele gebied. Ze creëren steeds opnieuw een bijzonder landschap. Geulen verplaatsen, wadplaten verschuiven, duinen ontstaan en verdwijnen weer, de eilanden ‘wandelen’. Het wad verandert elk tij, elke dag, elk jaar. De wadden van nu zijn het resultaat van duizenden jaren blootstelling aan weer, wind en water.

De tweede waarde is dat het gebied een groot aantal overgangszones omvat tussen land en zee en het zoetwatermilieu, en het is rijk aan soorten die speciaal zijn aangepast aan de veeleisende omgevingscondities. De planten en dieren leven immers in extreme omstandigheden, met de twee keer per etmaal droogvallende platen en sterke wisselingen in temperatuur en zoutgehalte. De Waddenzee is iets minder zout dan de Noordzee en warmt sneller op door de ondieptes en door rivieren die erin uitmonden. Ten derde is het een van de belangrijkste gebieden voor trekvogels en is het verbonden met andere belangrijke locaties voor deze trekvogels op het noordelijk en zuidelijk halfrond.

Zichtbaar en onzichtbaar leven

Als enige echte wildernis van Nederland heeft het waddengebied een enorme rijkdom aan verschillende soorten planten en dieren. Op en in de wadbodem krioelt het van het leven. Sommige diersoorten zie je niet met het blote oog, zoals algjes en eencelligen. Ze zijn heel belangrijk als voedsel voor de wat grotere dieren, die op hun beurt zelf gegeten worden. Vooral op de platen en rond de mosselbanken wemelt het van de wadpieren en andere wormen, zeeduizendpoten, wadslakjes en slijkgarnalen en schelpdieren.

Ook vissen profiteren van het voedsel en het relatief warme water. In de Waddenzee komen zo’n 140 soorten voor. De meeste soorten gebruiken de Waddenzee als kraamkamer of als trekroute, zoals schol, haring, bot, zeeprik, rivierprik. Zo'n twintig vissoorten verblijven permanent in de Waddenzee zoals de puitaal en zeedonderpad.

Wegrestaurant voor vogels

Vogels profiteren volop van de grote hoeveelheid voedsel en van de rust. De Waddenzee is voor heel veel vogels zelfs onmisbaar. Jaarlijks passeren er maar liefst 10 tot 12 miljoen trekvogels, van Siberië en het noorden van Scandinavië tot aan Zuid-Europa en zelfs Zuid-Afrika. De Waddenzee is voor hen een belangrijke tussenstop; het is een waar wegrestaurant! Ook broeden veel vogels in de kwelders, duinen, graslanden of op de stranden. Vooral meeuwen, maar ook soorten als lepelaar, kluut en grote stern. ’s Zomers ruien er grote aantallen bergeenden en eidereenden, die dan een aantal weken niet kunnen vliegen. Enkele soorten zoals rot- en brandganzen overwinteren in het waddengebied. Op sommige momenten zijn er in het waddengebied wel 6,1 miljoen vogels tegelijk.

Grootste rovers

Bovenaan de rijke (en kwetsbare) voedselpiramide staan zeehonden en bruinvissen, de grootste rovers van het wad. Er leven twee soorten zeehonden in de Waddenzee: de gewone en de grijze zeehond. Ze jagen op vis en bij laag water rusten en zogen ze op de platen. In de hele Waddenzee zijn meer dan 30.000 gewone zeehonden. De grotere grijze zeehond verdween in de Middeleeuwen uit Nederland, maar is sinds de jaren ’50 terug. In 2018 werden er in het Nederlandse waddengebied al 4565 geteld.

Bijzonder om te zien zijn ook de bruinvissen. Ook zij komen steeds meer terug na lange tijd vrijwel weggeweest te zijn. Het logo van Werelderfgoed Waddenzee, dat een bruinvis verbeeldt, wordt dus steeds toepasselijker. Deze - grijsgekleurde - kleinste tandwalvissen van de Noordzee lijken kleine dolfijnen. Je herkent ze aan hun rugvin die even zichtbaar is als ze boven water komen ademhalen.

Planten onder en boven water
In het waddengebied groeien zo’n 250 soorten planten. Een deel is microscopisch klein en zorgt op de  zeebodem en in het water voor een enorme voedselrijkdom. Onder water groeien ook hele velden wierenen zeegrassen. Allerlei dieren vinden er iets van hun gading. Slakken eten algen op de bladeren van  zeegrasstrengen. Jonge schelpdieren, kreeftachtigen en vissen gebruiken de zeegrasvelden als kraamkamer. Ook sommige vogels eten graag van de onderwaterplanten. 

In kwelders langs de kusten staan planten regelmatig in zout water. Zij hebben zich hieraan aangepast, zoals; zeekraal en slijkgras. Waar ze minder overstromen, groeien ook grassoorten en bloemen, bijvoorbeeld zeealsem en het paars bloeiende lamsoor. In de droge duingebieden zie je helmgras, dat opgewaaid zand opvangt. De duinen worden daardoor steeds hoger.
Vlieland Waddeneiland
Vlieland is een deel van dit bijzondere waddengebied. Van alles op en om het eiland maakt dat duidelijk. De zee, het droogvallende slik met zijn mossel- en oesterbanken, een paar kwelders, het strand, de duinen, de vogels en andere dieren. Ook Vlieland is ontstaan door de zee en de wind. Een groot deel is een zandvlakte, de Vliehors. Typisch voor Vlieland zijn ook de hoge duinen, die van west naar oost hoger worden. De Kikkerbult bijvoorbeeld en het Vuurboetsduin, dat als hoogste duin de perfecte plek is voor de vuurtoren.

Wist je dat Vlieland tot in de Middeleeuwen bij het vaste land hoorde? Het tussenliggende gebied was een kwelder die soms overstroomde, maar waar in de zomer Friezen en Vlielanders hun vee lieten grazen. Ook zat Vlieland ooit aan Texel vast. Veel later sloeg door een storm het westelijke deel van Vlieland af, het Eijerland. Dit nieuwe eilandje groeide uiteindelijk vast aan Texel. En behalve Oost-Vlieland was er nog een dorp, aan de Noordzee: West-Vlieland. De kust kalfde er steeds verder af en het dorp verdween uiteindelijk in zee.


Mens en natuur
Al hebben Vlielanders hun levenswijzen aan de Wadden aangepast, ze wilden niet alles aan de elementen overlaten. Zo moesten aangeplante bomen en helmgras het stuivende zand vasthouden, wordt het dorp
beschermd door een zeedijk en zijn de Kroon’s Polders aangelegd om te voorkomen dat de zee ook daar het eiland in tweeën zou breken. Het mooie is dat juist de Kroon’s Polders, nadat landbouw er niet van de grond kwam, nu een flinke bijdrage leveren aan de biodiversiteit. De vier kleine polders zijn belangrijk voor vele planten en vogels. Er broeden meer dan zestig soorten.

Meer info vind je op Unesco.