Overal zie je het op de straatnaambordjes: Jonge Keesglop, Waterhalersglop, Jan Cupidoglop, enzovoort. Een deel van het antwoord is al te vinden als je goed rondkijkt, want het valt op dat de gloppen altijd smalle stegen zijn. In de Dorpsstraat kom je links en rechts diverse gloppen tegen. Glop is een Fries/ Noord-Hollands woord voor steeg. De gloppen lopen van oudsher vanuit de Dorpsstraat, 17 in totaal, acht naar het zuiden (Waddenzee) en negen naar het noorden. Bij sommige gloppen is het meteen duidelijk waar ze naar vernoemd zijn, bij andere is een kijkje in het verleden nodig.

Zo ook bij de Alef P. Hoedemakerglop, Eerste baljuw van Vlieland in de 17e eeuw. De Baljuw was een ambtenaar die door de heersende vorst werd aangesteld als vertegenwoordiger van een bepaald gebied. Alef P. Hoedemaker, geboren in 1641 op Vlieland was de eerste vorstelijke vertegenwoordiger van Vlieland. Rechtsaf na ’t Kwetternest vindt u de Rijk IJzesglop. Rijk IJzes was een walvisvaarder die in 1640 eilandjes ontdekte waar zich een enorme hoeveelheid walvissen ophield. In vroeger tijden heette deze glop in de volksmon het ‘poppeglopje’. In de buurt van het Tromp’s Huys vind je de Cornelis Trompglop (vernoemd naar de bekende admiraal uit de 17e eeuw, waar ook het museum de naam van draagt) en de Betzy Akerslootglop (vernoemd naar de zeeschilderes Betzy Akersloot die in het pand van het Tromp’s Huys woonde). Waar de naam van het Chirurgijnsglop vandaan komt, is niet moeilijk te raden. Hier woonde vroeger de arts.

Tegenwoordig is het misschien niet meteen duidelijk waarom de Molenglop de Molenglop heet, maar in vroeger dagen stond er aan het einde van de Molenglop een korenmolen op het duin, gebouwd in de 16e eeuw. Het graan dat gemalen werd, werd van de wal aangevoerd. Richting de kerk loopt de Kerkeglop en de St. Nicolaasglop. De Kerkeglop heette vroeger de Schoolglop. In de Noordwester was vroeger de basisschool gevestigd. De St. Nicolaasglop draagt dezelfde naam als de kerk… de Nicolaaskerk. Sint Nikolaas is de schutspatroon van de zeevarenden. De Pierveldglop heet naar het bij laag water vallende wad achter de dijk achter het dorp, oftewel pierveld. Voor Vlieland in 1953 waterleiding kreeg, haalden de Vlielanders hun water uit regentonnen en putten. De belangrijkste waterput stond ter hoogte van de plek waar nu het pad naar de vuurtoren omhoog gaat. Het pad dat naar de put leidde heet nu de waterhalersglop.