Zeehonden in het wild
Zeehondencentrum Pieterburen verteld...
De twee soorten
De gewone zeehond komt het meest voor in Nederland. Dit is voor velen dè soort waar ze aan denken bij het woord zeehond. Met een ronde kop, een stompe snuit vol snorharen en grote donkere ogen. Ze lijken in de verte wel iets weg te hebben van de kat. Ze komen in de hele Waddenzee voor, met name in de buurt van relatief rustige zandbanken of natuurgebieden. Jagen doen ze vooral in de Noordzee, waar er voldoende voedsel te vinden is.
De andere soort is de grijze zeehond. Dit is het grootste roofdier van Nederland: vrouwtjes worden zo’n 2 meter lang en 200 kilo zwaar, maar een mannetje kan wel 2,5 meter lang worden en 300 kilo wegen! Een flink stuk groter dan de gewone zeehond. Een ander groot verschil met de gewone zeehond is de vorm van hun kop. De kop van een grijze zeehond is namelijk een stuk spitser, de neusgaten staat uit elkaar en daarmee lijken ze wat meer op een hond. Opvallend genoeg is de letterlijke vertaling van hun Latijnse naam (Halichoerus grypus) ‘het haakneus varken van de zee.’ Deze soort kwam lange tijd niet meer voor in Nederland. In 1985 werd er voor het eerst weer een pup geboren. Dat was een bijzonder moment, want voor de jaren ’50 waren de grijze zeehonden al eeuwen niet meer in Nederland geweest. Gelukkig gaat het nu een stuk beter met ze.
Het geboorteseizoen
Beide soorten hebben hun eigen geboorteseizoen. Voor de gewone zeehond begint dit rond juni en eindigt het in juli. De pups worden geboren op een drooggevallen zandplaat. Doordat de zandplaat tijdens vloed weer overstroomt, moet een pup meteen na de geboorte kunnen zwemmen. De moeder zorgt ongeveer 4 weken lang voor de pup. Daarna stopt zij met voeden en volgt de pup zijn instinct om zelf te gaan jagen.
De grijze zeehond baart haar pup in de winter: van november tot en met december. Vanwege de koude maanden wordt de pup geboren met een warme witte vacht. Deze babyvacht heet ook wel lanugo. Hiermee kan de pup niet direct zwemmen en dus blijft hij op het land liggen terwijl zijn moeder jaagt. 2 tot 3 weken lang zwemt ze zo heen en weer tussen het voeden van de pup en het voeden van zichzelf. Na ongeveer 3 weken komt de moeder niet meer terug en ligt de pup enkele dagen alleen. Dan verliest de pup zijn witte vacht en komt er een korte, donkere vacht voor in de plaats. Hiermee kan hij wel zwemmen en dit is dan ook het startsein voor de pup om voor zichzelf te gaan zorgen. Deze pups zwemmen dus vaak pas voor het eerst als de moeder al weg is!
Pups in de problemen
Het is dan ook cruciaal voor beide soorten dat de moeders en pups de rust krijgen om dit natuurlijke proces van intensief voeden, gevolgd door instinctief jagen zijn gang te laten gaan. Toch worden pups en moeders nog wel eens verstoord, meestal door onwetendheid. Want een pup maakt geluid om zijn moeder te laten weten waar hij is en dat het tijd is voor eten. Mensen vinden dit zielig klinken en denken dan dat de pup hulp nodig heeft. Dat is helemaal niet zo, maar doordat ze te dichtbij de pup komen zorgen ze voor verstoring. De moeder durft dan niet terug te komen aan land en laat uiteindelijk haar pup in de steek.
Op jonge leeftijd kan een pup nog niet voor zichzelf zorgen en dan belandt hij in een zeehondenopvang. Pups die op Vlieland op deze manier in de problemen komen worden geholpen door zeehondenwachter Willem Stel en worden, indien nodig, opgevangen in het Zeehondencentrum in Pieterburen.
Zeehondenakkoord
Iedereen ziet natuurlijk het liefst dat de opvang van pups wordt voorkomen. Daarom werken Willem en het Zeehondencentrum al jaren intensief samen aan het markeren en soms zelfs verplaatsen van pups die mogelijk in de problemen zijn. De pups worden vervolgens ruim 24 uur geobserveerd om te kijken of ze zich redden. Het heeft er onder andere toe geleid dat in de winter van 2020 geen enkele grijze zeehondenpup naar Pieterburen is gegaan vanaf Vlieland. Ze hebben allemaal in het wild kunnen blijven door verplaatsing naar rustige gebieden om daar te verharen.
Geïnspireerd door mede dit werk is in 2020 het Zeehondenakkoord tot stand gekomen. Het doel van het akkoord is om onnodige opvang te voorkomen en rust voor wilde zeehonden te waarborgen. Daarom staat er onder andere in dat het voor omstanders verboden is om zelf in te grijpen bij het zien van een zeehond. Alleen gecertificeerde Zeehondenwachters mogen een zeehond benaderen. Ook komt het dier eerst onder observatie voordat het besluit wordt genomen om hem op te vangen, tenzij het direct duidelijk is dat het dier hulp nodig heeft. Op deze manier wordt onnodige opvang voorkomen.
Wat doe je bij een zeehond in het wild?
Dus wat kun je wel doen wanneer je een zeehond in het wild tegenkomt? Ten eerste, hou voldoende afstand! Minimaal 30 meter, maar het liefst zelfs meer. Hou ook je hond aan de lijn. Het dichtbij een zeehond komen zorgt voor erg veel stress en is daarnaast ook nog eens gevaarlijk. Het zijn roofdieren die gemeen kunnen bijten. Wil je ze een keer in het wild spotten, neem dan een verrekijker mee!
Maak je je toch zorgen over de gezondheid van een zeehond? Bel dan met 144, of een zeehondenopvang in de buurt. Zij zullen ervoor zorgen dat een zeehondenwachter bij de zeehond gaat kijken en gepaste actie onderneemt.
Op Vlieland zijn verschillende mogelijkheden om dicht bij de zeehonden te komen:
Kaarten zijn o.a. te koop bij de VVV.